sluiten

Verhaal: Reuvekamp van 't Werkel

't Werkel,
zo wordt de boerderij van Oude Wetering 1 genoemd, naar de vroegere havezate “WERKEREN”. Die werd in begin 1800 in vervallen toestand afgebroken.

In 1819 werd de plek, erf en wat landerijen aangekocht door Berend Wolters, die er een boeren bedrijf van maakte.
Een dochter van Wolters, Wilhelmiena huwde Hendrik Reuvekamp in1847
(geboren in Zwolle Dieze ) en kwamen op het Werkel te wonen .

Zij bouwden (verbouwden) het achterhuis ( zie steen) in 1859. Hun toen 5-jarige zoon L.A Reuvekamp legde de eerste steen.
Een jaar later bouwden zij het woongedeelte. Zie de steen van het woonhuis.

Het paar kreeg 9 kinderen waar van L. A. (Luuks) en J .P. (Jans) in Mastenbroek bleven, Luuks was voorbehouden om opvolger te worden op het Werkel, hij nam ook het bedrijf over van z’n ouders.

Zijn jongere broer Jans was voorbestemd om Priester te worden. Hij heeft er ook voor gestudeerd maar dat was toch niet wat hij wilde. Zo kon het voorkomen dat hij de boerderij van z’n broer kocht om er zelf te gaan boeren
Luuks had zijn buurmeisje Gerritdina Damman van ’t Luibuis gehuwd en ook Jans had verkering met zusje van Gerritdina, namelijk Johanna Damman.
Toen heeft Luuks een nieuwe boerderij gesticht OUDE WETERING 2.

Jans kreeg 6 kinderen, zijn vrouw overleed jong en hij is niet weer getrouwd.
De kinderen van Jans Reuvekamp staan op de foto met de bokkenkar in de Werkelallee . Dat is rond 1905

Van de 3 zonen en 3 dochters zijn 1 zoon Bernard en 2 dochters Mina en Mite getrouwd.
De foto is van het huwelijk van Miete Reuvekamp met Bertus ten Have, 15-5-1930 Op de achtergrond is de oude kasteelschuur ‘t Werkel, op de eerste rij op de grond zittend v.l.n.r. Hein en Marinus

Hein en Marinus en zus Dina bleven ongetrouwd op het Werkel. Vooral Hein was een fanatieke veefokker. Ze hadden een goede veestapel met stamboekvee. Op het Werkel
was men al vroeg, begin20 eeuw, lid van het stamboek. Ze gingen ook al vaak naar keuringen, zo ook in 1928 in Zwolle. Daar was de grote landbouwtentoonstelling ‘Zwolland’

Ook daar zijn verschillende prijzen gewonnen. Op de jaarlijkse markt in Hoorn (Noord-Holland) werd vaak een fokstier gekocht. Dat was in hun ogen toen de bakermat van de fokkerij. Het Noord-Hollandse ras was nog meer een melktype dan het Friese.

Ook was men toen wel in voor mechanisatie. Zo werd toen al een hooitransporteur
(ook wel Jacobsladder genoemd) aangeschaft. Deze heeft nog eerst op de ‘Zwolland’ tentoonstelling gestaan alvorens deze naar het Werkel ging.

Ook hadden zij in begin jaren vijftig al een auto. Wie kent de blauwe Opel Kapitein nog? Zo kon het gebeuren dat men met de auto naar de kerk ging in Zwolle op de Kamperpoorter. Toen had Zwolle nog maar 2 stoplichten. Bij de brug was er ook een. Ze moesten ook wachten in de rij. Na enige tijd werd het licht groen en er werd gereden. Maar toen Hein kon doorrijden werd het licht weer rood. Tante Dina die naast Hein zat beviel dat niet: “Dat is me ook wat, we zijn nog helemaal niet aan de beurt geweest . Doorrijden Hein!!!”
Dat deed die ook. Een bus kon nog net stoppen en hen ontwijken.

Een neef van hen Bertus (zoon van broer Bernard) heeft hun bedrijf over genomen in 1964
Die heeft op zeer enthousiaste manier de veefokkerij voortgezet, wat resulteerde in vele prijzen, op veekeuringen. Iets wat de ooms ook hadden gepresteerd.

In 1993 werd het bedrijf verkocht voor woningbouw en begonnen ze in het Groningse Baflo
met een nieuw bedrijf, een naar huidige begrippen modern van opzet met een ligboxenstal, iets wat ze op het Werkel niet hadden.

In volle overgave storten zij zich daar ook op de veefokkerij, en ook opvolger zoon Wilfried richtte zich op de veefokkerij en modernere bedrijfsvoering. De melkrobot deed z’n intrede. Het aantal melkkoeien werd verdrievoudigd.

De gedwongen verplaatsing gaf ook de mogelijkheid om het bedrijf weer aan te passen aan de toen geldende eisen en normen

Maar ook hier was een drang naar groter en efficiënter en die werd gevonden aan de andere kant van de oceaan in de U.S.A . in South Dakota waar in heel andere verhoudingen melkvee wordt gehouden.
Wilfried en z’n vrouw Olga en hun dochter en 2 zoons voelen zich daar bijzonder goed thuis.

Bron(nen): 
Bernard Reuvekamp