sluiten

Verhaal: Voorzieningen, de huisartsen

In de polder werden de bewoners geholpen door de huisartsen in de plaats die het dichtstbij gelegen was. Vanuit de Koestraat in Zwolle kwam dokter Klinkert de polder in, zijn collega van de Hoofdstraat uit Hasselt was dokter Nienhuis, en vanuit Genemuiden kwam dokter Provó Kluit.
Als er iemand ziek was ging men in de jaren ’20 op het paard de dokter halen. Er was immers nog geen telefoon. Het paard werd in de jaren ’40 ingeruild voor de fiets, die in de jaren ’50 vervangen werd voor een bezoekje aan de dokter met de auto.

Bevallingen
Bevallingen werden door de huisarts gedaan. Moeder en kind werden door de buurvrouw verzorgd, het was gewoon burenplicht. In latere jaren kwam de Wijkverpleging moeder en kind wassen en verzorgen. De kraamvrouw lag tien dagen op bed, vaak de eerste dagen met een sluitlaken om.

Nachtelijke tocht
In Genemuiden had Piet Provó Kluit (geboren in 1903 in Samarinda, Borneo) van 1932 tot 1959 zijn huisartsenpraktijk aan de Langestraat 66. Zijn vrouw, Maria Hendrika Houbolt werd zijn rechterhand, want de bij de praktijk behorende apotheek werd door haar beheerd. Dokter Provó Kluit was heel begaan met de bevolking, die het tijdens de crisis en in de oorlogsjaren niet breed had. Er heerste nogal eens tyfus en dat kwam o.a. doordat Mastenbroek in 1944 onder water stond en uit de waterputten besmet water dronk. Zodoende fietste deze dokter vaak de ondergelopen polder in, soms ook op weg naar ’s-Heerenbroek of Wilsum.
Tijdens de periode van de inundatie in 1944/1945 was er bij één van de veehouders aan de Nieuwe Wetering iemand ziek. ’s Avonds om tien uur vertrok men met een roeibootje richting Genemuiden. Daar moest de huisarts, dokter Provó Kluit vandaan komen.
Het was uitkijken geblazen, want net onder het wateroppervlak lagen diverse obstakels. Er was geen licht en men moest een aanvaring voorkomen.
De reis ging voorspoedig, maar kostte wel veel tijd. De dokter werd gehaald en naar zijn patiënt gebracht. Na het doktersbezoek werd hij weer naar huis, in Genemuiden geroeid, waar hij rond vijf uur ’s morgens weer werd afgezet. Dokter Provó Kluit heeft van die tocht veel schik gehad!

Vergissing
Waar de polderbewoners weer schik om hadden was het verhaal dat dokter Provó Kluit ’s winters de weg kwijtraakte. Er lag zoveel sneeuw en ’s nachts onderweg naar een bevalling aan de Oude Wetering nabij ’t Hanerik wist hij op de Schaapsteeg niet meer hoe hij verder moest. Hij vroeg de weg aan wat hij dacht dat het een bewoner van de polder was, maar wat een ondergesneeuwde forse paal bleek te zijn.

‘de Doktersbus’
In de oorlogsjaren richtte deze dokter een soort ziekenfonds op, dat bestond uit de Doktersbus. Hier kon men geld in stoppen ten behoeve van de mensen die het ongelofelijk slecht hadden. Veel mensen aten in die tijd niets anders dan roggebrood met spek. Geen wonder dat er veel mensen ziek werden. Aan de Oosterkade waren ‘lighallen’ ingericht om de lichamelijk verzwakte mensen weer op verhaal te laten komen onder de nooit aflatende medische zorg van dokter Provó Kluit. De dokter ‘verzuimde’ ook weleens een nota te sturen.
Op de derde dinsdag van oktober 1959 overleed dokter Provó Kluit, die geen vakantie kende en altijd klaarstond voor zijn patiënten, plotseling. ’s Morgens was hij nog naar de Beestenmarkt geweest en kort daarna was hij niet meer. Hij werd opgevolgd door zijn schoonzoon.

Bron(nen): 
Bron: fam. Knol, fam. Kok, krantenknipsel Deltapost uit archief fam. Knol
Auteur: Annet Jonker
Foto's: gemaakt vanaf krantenknipsel, Annet Jonker