sluiten

Verhaal: Voorzieningen, kunstmest en veevoer

Het veevoer en de kunstmest werden door verschillende leveranciers de polder in gebracht. Ook hier was er weer het verschil van mensen die van de Coöperatie kochten of van particuliere leveranciers.

Omdat de Coöperatie in Hasselt verschillende klanten in de polder had, had de landbouwschuur, die in de kern van het dorp stond op de plaats waar nu Landbouwmechanisatiebedrijf Van den Berg zit, begin vorige eeuw een kleine voorraad veevoer en kunstmest. Dan hoefden de boeren niet helemaal de polder uit als ze een kleinigheid nodig hadden.
Ook vanuit Hasselt kwam Spikman de nodige bestellingen afleveren.

Vanuit Genemuiden kwam Fuite met paard(en) en wagen de polder in om het bestelde veevoer te bezorgen. De paarden stonden bekend als erg mak. Ze konden ook een hele krappe draai maken op de smalle wegen langs de weteringen in de polder.
Als het wat later op de dag werd, en het werd donker, dan vroeg Fuite de kinderen van klanten om de lantaarns op zijn wagen aan te steken. Hij had aan de voorkant van zijn wagen twee stormlantaarns en aan de achterkant één rode stormlantaarn. De kousjes, die doordrenkt waren van de petroleum die onder in de lantaarns zat, konden hoger en lager gedraaid worden.
Als Fuite afscheid nam zei hij vaak: “Nou, ‘k zette deu, ’t goeie!”

Op de Bisschopswetering kwamen met veevoer naast Fuite ook Slump, H.W. van Regteren uit Oosterholt ( met kunstmest en waarschijnlijk ook veevoer), en tenslotte nog Ten Hove, die vertegenwoordiger was van de Coöperatieve Landbouwbank uit Kampen.

Bron(nen): 
Bron: Hannie Knol
Auteur: Annet Jonker
Foto: Annet Jonker, lijst uit archief Hannie Knol