sluiten

Verhaal: Vroegere bewoners van boerderij Ruimzicht

Van 1814 tot 1828 woonde Gerrit Arents van’t Spijker op Ruimzicht. Deze Gerrit Arents, die eerst later formeel de naam van’t Spijker aannam, was een zoon van Arent Willems, een boer aan de Zeedijk, die ook nog tot 1815/1816 in het Witte Schaap, toen nog ten noorden van de Zeedijk gelegen, gewoond heeft.

Gerrit Arents trouwde in 1811 in Zwolle met Fennigje Jans (van Milligen). In 1814 kochten zij van de erven van Evert Jan Eeckhout, in leven burgemeester van Zwolle, het “buitenplaatsje Ruimzicht”, aan de Nieuwe Wetering. Zij boerden daar in de omgeving, maar hadden uiteindelijk ook land in andere delen van de polder.

In 1820 staat in de Overijsselsche Courant een advertentie waarin “Gerret Arends van Spijker op Ruimzicht presenteert uit de hand aan te besteden: het afbreken van het huis Ruimzicht en op die plaats een boerenhuis te maken”. Dat moet gebeurd zijn, gegeven de omschrijving van gebeurtenissen in 1828 als hieronder weergegeven.

Van de periode tussen 1820 en 1825 is (nog) niets bekend. In 1825 kwam de watersnood. Hoe de familie van Spijker deze watersnood ternauwernood overleefde, is na te lezen op deze site en in het boek van de watersnood van Ter Pelkwijk.

Op 10 Juli 1828 worden de bezittingen publiekelijk geveild door notaris Roijer te Zwolle. Het geheel wordt, naast de landerijen aan de Nieuwe Wetering, totaal zo’n 20 bunder, omschreven als “Een kapitaal BOEREN HUIS en verdere GETIMMERTENS en BERG, met een zeer ruime HOF, Ruimzicht genaamd.” Bij de verkoop wordt o.m. ook bedongen dat verkoper niet aansprakelijk kan worden gesteld voor nog niet uitgevoerde reparaties van de watersnoodschade. Opmerkelijk is dat, naast deze verkoop, in die periode ook andere verkopen van land vinden, toebehorend aan zijn moeder, Geertje Gerrits, en andere erfgenamen van zijn eerder, (in 1818 op Ruimzicht !!) overleden vader. Het zal allemaal wel niet uit weelde zijn geweest.

Binnen de familie van Spijker, maar ook daarbuiten, doen (nog steeds) wilde verhalen de ronde over de speculatie- en goklust van Gerrit. Dat zou natuurlijk waar kunnen zijn; we zullen het nooit meer precies weten. Een andere plausibele verklaring zou kunnen zijn dat de nieuwbouw in 1820, de watersnood ramp van 1825 en de economische misère daarna aan het financiële probleem van de hele familie bijgedragen moeten hebben.

Gerrit vinden we na 1828 terug als boerenknecht aan de Hasselerdijk, in Genne Overwater. Hij stierf in 1860 in Zwolle.

Bron(nen): 
Bron: F. van 't Spijker
Auteur: F. van 't Spijker
Foto's: uit archief fam. van 't Spijker