sluiten

Verhaal: Wielink, de oorlogsjaren

In de oorlog ging het er allemaal even anders aan toe.
Mijn moeder maakte kaas en ze slachtte wat, illegaal natuurlijk. Je moest uitkijken, anders gingen de Duitsers ermee vandoor.
En er waren onderduikers; onder de vloer en in de hooiberg. Er zat een gat in de hooiberg waar het hooi naar beneden werd gegooid en daarnaast hadden ze ook een gat gemaakt. Er werd heel veel hooi uitgehaald en dan ging er iemand in, of misschien wel twee mensen, en dan werd het weer netjes dichtgemaakt. Dat wisten de Duitsers niet. Ik weet ook niet wie er in de hooiberg gezeten hebben.
Ook zaten er nog mensen onder de vloer. De familie Van Rossio uit Den Haag en de familie Jansen uit Rotterdam. Daar hebben we nog heel lang connecties mee gehad, tot op heden zelfs, maar dat zijn nu de kleinkinderen.

Bron(nen): 
Nelly de Jonge-Wielink, Kerkwetering 5