Verhaal: Gedachten over de Polder Mastenbroek deel 3
Gedachten over de polder Mastenbroek
Oud Mastenbroeker Cor Kok (hij woonde bij de Boxem) reist aan de hand van zijn herinneringen door de polder Mastenbroek. Omdat hij veel te vertellen heeft wordt zijn verhaal in een paar afleveringen geplaatst.
Avonturen met vee
Er waren meer avonturen met vee: ‘Mijn vader kwam met twee varkens van Van Dam, de al eerder genoemde ‘beerboer’, richting de Boxem. Bij het laatste stuk gingen de varkens (het was winter) op het ijs lopen. Maar het ijs was nog niet sterk genoeg dus zakten ze erdoor, ze zwommen verder. Bij Van de Weerd waren ze aan het koffie drinken. Hun knecht Freek Kok uit Wilsum sloeg een gat in het ijs en daar aangekomen klauterden de varkens met wat hulp de wal op. Het eind van het verhaal is: ze waren alle twee drachtig en kregen een mooie toom biggen.’
Stormvloed
Vanaf de Boxem gaan we nu een eindje verder de Oude Wetering op. Of eigenlijk een heel stuk verder want de nummers 10 en 12 waren er vroeger niet. Het begon bij 14 en tegenover 14 stond ook een boerderij. Of beter gezegd heeft vroeger een boerderij gestaan, de huisstee van Blankvoort.
De boerderij die hier heeft gestaan is met een stormvloed weg gespoeld, misschien wel in 1825 maar ik heb het niet opgezocht of navraag naar gedaan.
Verderop links op een boerderij in het land woonde vroeger Berend Knol, thans de familie Stoel. Vroeger had men het overigens nooit over ‘in het land’ maar sprak men over ‘in het veld’.
Nou komen we bij de kerk, maar eerst nog links de boerderij Kruisvliet. De brug over naar de school was direct links de meesters woning. Nu staat het ruimer uit elkaar met het Trefpunt ertussen en dan de kerk met de pastorie.
Het veldje of weitje voor Wielinks houthandel was de wei voor het paard van de dominee is mij verteld. Paard en wagen was het vervoermiddel en daarom stond er ook een paardenschuur in de buurt van de huidige smederij Van de Berg.
Het verhaal wil dat er op een zondagmiddag dienst in de kerk was maar de dominee uit een andere gemeente was nog niet gearriveerd. Mobieltje waren er nog niet dus begon men maar psalmen te zingen en ja daar kwam de dominee de kerk in. Hij ging de kansel op en gaf als excuus: ‘Ik ben gekomen met een kreupele knol van Knol.’
De school op de hoek was voor de turfschippers wel eens makkelijk: was het scheepje leeg en kon het niet onder de brug doorvaren dan stapten in de pauze de kinderen in het ruim, zakte het scheepje en kon men verder varen.
Dwarsweteringen
De weteringen van noord naar zuid zij kaarsrecht en die dwarsweteringen zijn later gegraven. Kampen had wel een streepje voor: ze kregen Kampereiland maar de stad wilde ook een verbinding met Hasselt. Bij IJsselmuiden lagen wel een paar lage stukken. Er staat nog een huis Meerzicht, maar het meer is wel verdwenen. Kampen wilde dus een verbinding graven maar omdat de grond van de polder was is er tussen de eigenaar doorgegraven en is er enig zigzag effect ontstaan.
Maar eigenlijk staan we nog bij de school in Mastenbroek. Het is hier het dichtst bebouwd van de hele polder Mastenbroek. Vroeger woonde er onder anderen een familie Van Spijker en J.W. Hollander. Hollander was ’s zondags koster en in de week ventte hij met brood van de Coöperatie uit Hasselt. Rondom de kerk was het tweemaal Wielink: de ene handelde in hout en de andere was boer met koeien en varkens. Hij had de gewoonte om de varkens met biggen een poosje buiten te laten lopen. Een big dwaalde af naar de weg, in dit de geval de Kerkwetering. Boer Knol van de Nieuwe Wetering zag het biggetje en dacht leuk voor mijn vrouw zo’n heel klein biggetje. Boer Knol stopte het in de kofferbak van zijn auto en eenmaal thuis roept hij z’n vrouw en dochter. In de kofferbak zien ze alleen een gat in de bodem: het biggetje was weg. Halverwege de rit vond een ander het biggetje en niemand begrijpt nog steeds hoe een big zover kan lopen.
Eendenkooien
Eendenkooien waren er in de polder ook wel maar ik denk dat er de laatste honderd jaar niet veel mee gewerkt. Zo was er een tussen Hengeveld en Snel, dus aan de westkant van de weteringen en ook was er een aan de Nieuwe Wetering Oost.
Waar nu de familie Stoel aan de Oude Wetering woont en vroeger Berend Knol in het veld – ik weet niet of daar een kooi was – maar wel dat daarvoor er een familie Dijk woonde die vrijdags naar de markt ging met een mand vol eenden.
Verder de Oude Wetering langs komen we bij het Hanerik. Die naam zijn we al eerder tegen gekomen en wel bij het Frankhuis. Het woonwagenkamp daar heet ook De Hanerik.
Noordwaarts komen we bij het Witte Schaap aan de Kamperzeedijk. Weer terug naar het Hanerik en dan de Groene Steeg op richting Nieuwe Wetering. Op de hoek van Nieuwe Wetering en Groene Steeg vind je De Prins. Verder naar het zuiden ligt de kruising Nieuwe Wetering/Kerkwetering en nog iets verder de kruising Nieuwe
Wetering/Wolfshagenweg. Ten oosten van Wolfshagen, zo heb ik me laten vertellen, heeft een watermolen gestaan. Of er nog restanten van zijn weet ik niet, wel liggen er veel stenen naar men zegt. Goed dan weer naar het Vosje, waar vroeger de familie Lindeboom woonde en later de familie Kragt. Nu is het dubbel woonhuis.
Wordt vervolgd!