Kruispunt: De Prins
Ruim honderd jaar geleden trouwde Klaas van der Vegte met de enige dochter van boer Prins en kwam zo aan ‘De Prins’ wonen, waar de Nieuwe Wetering en de Groene Steeg elkaar kruisen. Inmiddels woont zijn achter-achterkleinzoon op de boerderij, maar oudere mensen in het dichtbij gelegen Genemuiden zegt de naam van der Vegte niets. Maar als je het hebt over ‘De Prins’, ja, dan weten ze wel wat je bedoelt.
Stier kopen
Wordt bijna alles rond de voortplanting van dieren tegenwoordig met de KI geregeld, vroeger was dat wel anders. Rond 1950, net voor de opkomst van de kunstmatige inseminatie, hadden veel boeren samen een fokstier om beter vee te krijgen. De stier werd bij toerbeurt drie maanden bij de één en dan weer drie maanden bij de ander gestald. Een veelbelovende stier werd wel drie jaar gebruikt.
Jan van Ittersum ging als jongen van 16 jaar mee met zijn vader en buurman Klaas v.d. Vegte naar Wanneperveen om een stier te kopen. Jan zat op de achterbank van de auto en luisterde naar het gesprek van de mannen. Waar de stier aan moest voldoen? “De moeder moet minstens 4% vet hebben, anders doen we het niet. Ik ga niet met water lopen,” hoorde Jan de buurman zeggen. Hij herinnert het zich vandaag nog alsof het gisteren gebeurd is. Als de moeder van de stier namelijk een hoog vetgehalte in de melk had, was de kans groter dat de nakomelingen die de stier verwekte ook goede vette melk zouden hebben!
Als de koe naar de stier moest liepen ze vanaf de Nieuwe Wetering 22 naar v.d. Vegte, die maar 500 meter verderop woonde. Hun buren gingen met de koe naar de stier die ze samen hadden met een boer dichtbij ’t Vosje, wat twee keer zo ver lopen was.
Reizen
De moeder van Jan ging af en toe met de trekschuit naar IJsselmuiden, naar Knelis-om en Garrigie-meuje, haar oom en tante. Ze stapte op bij 't Vosje. De gesprekken op de trekschuit hadden bijna altijd hetzelfde onderwerp: als ze maar thuis zijn! Je kon elkaar niet even bellen dat je op bezoek kwam! Jan denkt dat ze ongeveer anderhalf uur onderweg was om in IJsselmuiden te komen.
De Rieten
Het gebied tussen de Nieuwe Wetering en Cellemuiden wordt ook wel ‘de Rieten’ genoemd, naar de oude kreek die in een ver verleden het water afvoerde naar – uiteindelijk –de Zuiderzee. In dit gebied groeide riet en Jan van Ittersum heeft daar nog lang riet gesneden. Het was niet zoveel dat je er een dak mee kon bedekken, maar wel zoveel dat je er gaten mee dicht kon stoppen.
Tegenwoordig is dit gebied een waardevol weidevogelgebied en zijn de oude kreken weer hersteld.
Oorlog
Ook aan De Prins bij van Ittersum kwamen de Duitsers om paarden te vorderen. Ze liepen naar de stal en zeiden dat ze de ‘sjeune’ vos mee wilden. Maar het paard sloeg met alle benen van zich af en de Duitsers wisten niet hoe snel ze de stal weer uit moesten lopen.
Toen de Duitsers in de keuken koffie zaten te drinken bij van Ittersum, vonden ze die niet lekker genoeg. Het was natuurlijk surrogaatkoffie met melk. Maar ze wilden er ook suiker in. Dat was op de bon. Je kon per persoon een hoeveelheid suiker krijgen. Ze wezen naar het zusje van Jan, dat in de box stond, en zeiden: ‘we willen haar suiker!’ ‘Die krijg je niet’, zei Jans moeder en wonder boven wonder namen ze daar genoegen mee.
Toen in de laatste Oorlogswinter de polder onder water stond, kon je met de roeiboot naar de Rieten. Sterker nog, je kon er uitstappen. Het was een veenachtig gebied en de bovenste laag kwam als één grote zode omhoog, waar je op kon lopen. Het vroor die winter hard en Jan ging met paard en wagen over het ijs naar de Rieten om riet te snijden en hout te hakken voor de kachel.
Ook in de oorlog was er gewoon school. Af en toe waren er in de lucht schermutselingen tussen de Duitsers en de Engelsen. Toen de lessen in volle gang waren, leek er boven de school een luchtgevecht gaande te zijn. Het hoofd van de school, meester Walinga en Juf Harmsen, zeiden dat we allemaal onder de schoolbanken moesten gaan liggen, dit leek hun veiliger.