sluiten

Kruispunt: 't Hanerik

Dit kruispunt op de hoek van de Oude Wetering en de Rietsteeg/Groene Steeg heeft in de loop van de eeuwen verschillende namen gehad. In de historische beschrijving van dit kruispunt leest u waar de namen Noordbrug, Hoeksbrug en ’t Hanerik vandaan komen.

Nat land
De ouders van Jan Kanis, Jan Kanis en Zwiertje Kanis-van der Kolk, kwamen in 1917 van Kampereiland naar Mastenbroek. De toenmalige bewoner wilde er weg en er was niemand anders die de boerderij wilde huren. Daarom werd tegen het jonge stel gezegd: gaan jullie maar trouwen en dan kunnen jullie naar ’t Hanerik aan de Oude Wetering. Toen ze bijna op de plaats van bestemming waren, kwamen ze de mensen tegen die de boerderij verlieten. Ze maakten even een praatje en de man die vertrok zei: ‘Veel succes, de trippen hangen in de wagenschuur!’ Trippen waren plankjes die men onder de klompen kon binden om niet weg te zakken in het natte land… Of het er werkelijk zo nat was, betwijfelt mevrouw Willempje Kanis-van Ittersum.
Toch zakte in dit lage en natte land weleens een hooiwagen door de bovenste, vrij natte veenlaag. Als je het hooi opstak kon je eigenlijk niet stilstaan met een volle, hoog opgeladen wagen. En in 1994 stond, na een wolkbreuk, het land om 't Hanerik helemaal blank.

Vissen
Het water rond 't Hanerik was rijk aan vis en de kinderen gooiden geregeld een hengeltje uit. Het was saai en spannend tegelijk: soms zat je uren naar de dobber te turen zonder dat er iets gebeurde. Soms at de vis alleen het aas en was dan verdwenen. Maar het kon ook gebeuren dat de dobber ineens naar beneden ging. Dan at een grote vis het aas en zwom weg, met de dobber en een stuk van het snoer. En soms vingen ze best grote vissen. Hannie Knol, die aan 't Hanerik opgroeide, vertelt dat ze eens een zeelt van wel dertig centimeter had gevangen. De vis bleef echter vastzitten in de oeverbegroeiing en dreigde alsnog te ontsnappen. Hannie heeft hem toen gauw met haar handen gepakt. De zus van Hannie, Gerrie, had eens zoveel vis gevangen dat ze die uitgedeeld heeft aan buren en familie.

Spion
In mei 1940, om ongeveer 11 uur ’s morgens, arriveerden de eerste Duitse militairen in Mastenbroek. Met een groep van zeventien man op motorrijwielen kwamen ze vanaf Hasselt door de polder rijden. Twee aan twee, voorop een voorrijder. Ze stopten aan de Oude Wetering, bij de boerderij van Jan Kanis. Daar raadpleegden ze de stafkaart van de polder Mastenbroek. Na een bepaald aantal bruggen moesten ze afslaan. De kaart klopte echter niet, ze misten een brug. De Duitsers vroegen informatie aan Jan en Berend Kanis. Het bleek dat Aorent Snel daar vlak voor de oorlog een landbouwbrug had neergelegd. Die brug stond nog niet op de Duitse kaart.
De Duitsers moesten naar het stoomgemaal op de Kamperzeedijk en ze hadden een brug te weinig geteld. Hun kaart was erg gedetailleerd. De boerderijen, bomen, knotwilgen, populieren en zelfs hagen bij de boerderijen waren er op ingetekend.

De voorrijder van de militairen bleek een bekende te zijn. Ze hadden hem als oude bekende een hand gegeven. Het was de Duitser die elk voorjaar bij de boeren kwam om zeisen te verkopen van het merk Tepe. Dat was goed materiaal. Achteraf was het dus een spion: hij kende elke boer in de polder, soms zelfs met bijnaam. Doordat dit alles voor de oorlog al in kaart was gebracht, hield men in Mastenbroek daar een naar smaakje aan over.

Bron(nen): 
Bron: Jan Kanis, Arend Kanis Jzn. (verhaal gepubliceerd in Hasselt Historial 2011/nr. 2), Hannie Knol
Auteur: Annet Jonker
Foto's: Hannie Knol, internet, Annet Jonker
Historische informatie: 
Op deze locatie: