Verhaal: De school, gebruiken en gebeurtenissen jaren '20 en '30
Als je buiten was en de dominee, die ook voorzitter van het schoolbestuur was, kwam eens lopend of op de fiets voorbij, dan moesten de jongens de pet afdoen uit eerbied voor de dominee. Deed je het niet, dan moest je strafregels schrijven.
Verkeer verder helpen
Soms moesten de kinderen van de lagere school het weinige verkeer in de kern van Mastenbroek verder helpen. Heel soms kwam er een woonwagen voorbij, die niet tegen de helling opkwam om de brug over te gaan. Dan moesten de kinderen duwen. Of als Gerrit Jan Visscher langskwam en de bok was ongeladen, dan kon hij niet onder de brug door. Dan werden de schoolkinderen gevraagd even op de boot te komen staan, zodat die naar beneden zakte en zo wel onder de brug door kon.
Schoolspullen
In de eerste klas hadden de kinderen een lei en met de meegebrachte griffels, in een griffeldoos, moesten ze op de lei schrijven en rekenen. Daar hoorden ook sponzen bij om de lei weer schoon te kunnen vegen. Wat later mochten ze met potlood op papier schrijven. Eerst in halve schriftjes en later in gewone schriftjes. Als het potlood te kort werd om er nog mee te kunnen schrijven, kregen de kinderen een houdertje met een busje erom waarin het laatste stukje potlood geschoven werd, zodat het potlood volledig opgebruikt kon worden.
Weer later mochten de kinderen met een kroontjespen schrijven. Daarvoor had je inkt nodig, en in elke bank zat in het midden een inktpot, met een rond draaideksel om hem af te sluiten. Voor het schrijven met de kroontjespen had je ook een inktlap nodig: een aantal op elkaar genaaide ronde lapjes van zo’n acht centimeter doorsnee. Eén van de bestuursleden, Dirk Wup, ging elke vrijdag met zijn tentwagen naar de markt in Zwolle. Hij nam dan de nodige schoolspullen mee uit Zwolle.
Kleding
Op één april van het jaar begon het nieuwe schooljaar. Als je zes was, was één april je eerste dag in de eerste klas van de lagere school. De kinderen kwamen in groepjes lopend aan bij school, fietsen waren er voor 1930 nog weinig. De jongens met keurig wit geschuurde klompen aan, in korte broek (tot op de knieën) en lange zwarte kousen en met de broodtas om de nek en een pet op. De meisjes kwamen met een schortje over de jurk.