Verhaal: Eendennesten maken
Eendennesten maken
Is de Mastenbroeker polder sinds jaar en dag grasland, in de oorlog moet het land gescheurd worden. Boeren zijn druk bezig het land om te ploegen. Er moet graan verbouwd worden, dat hebben de Duitsers de boeren verplicht. Een klein gedeelte mogen ze zelf houden, de rest moet ingeleverd worden. Als het graan gedorst is, blijft er stro over. Lang stro, veel langer dan tegenwoordig, van wel een meter of nog langer. “Daar draaiden we rolletjes van en daar maakten we eendennesten van,” vertelt Kees Kok. “Dan hadden we ’s winters wat te doen en als de eenden er nestelden, hadden we ook eieren.”
’s Winters moest het graan gedorst worden, dan kwam de controleur erbij. De boeren mochten zelf een klein gedeelte houden, de rest moest ingeleverd worden. Maar als het koffietijd was, en de controleur zat binnen koffie te drinken, dan werden er weleens een paar zakjes opzij gezet. Dat wist de controleur ook wel, hij deed een oogje dicht, hij was ook maar aangewezen door de Duitsers om dit te doen.
De commiezen controleren hoeveel vee er is. Om te slachten moet je een vergunning hebben en dan komt de commies erbij. Zij leveren hun gegevens aan het planbureau, waar de voedselcommissaris zit om het beschikbare voedsel te verdelen.
Voor huisslachting mocht je wel slachten, men kwam wel eerst het varken keuren. Als het geslacht was, zetten ze er een blauw stempel op.
Kees: “We hadden ook een keer een kalfje gehouden, om te slachten na een jaar. Maar daar kwam niet van, en zo liep het een jaar later tussen de pinken in de wei. Daar kwam de controleur het land op, die stond de pinken te tellen. Er was er natuurlijk één teveel. Toen vroeg hij aan mijn broer hoe dat kon. ‘O, die is door de sloot gekomen, die is van de buren’. Maar toen de controleur wegging, kwam hij mijn vader tegen en hij vroeg ook aan hem: ‘Van wie is dat böllegie?’ En mijn vader zei eerlijk: ‘Van mij!’ Wat was de controleur boos! Het is wel goed afgelopen, maar je kon ook de bak indraaien en een bekeuring krijgen.”