sluiten

Verhaal: Fontein vanaf de maaiboot

Als Willem Sleurink, één van de wegwerkers in de polder Mastenbroek, op een ochtend in zijn maaiboot stapt om weer aan het werk te gaan, schrikt hij vreselijk. Als hij de boot aan heeft geslingerd, spuit er een fikse straal water uit de pijp. Gelukkig doet de motor het nog wel. Hij besluit om vanmiddag, na het maaien van de bodem en de oevers van de Weteringen, in de buurt maar eens rond te vragen. Kwajongens!

Een eind verderop ziet hij een nest van een waterhoentje. Even kijken of er ook eieren in liggen, dan heeft hij zo meteen een lekker gekookt eitje tussen de middag. Ja hoor, er liggen nog eieren in. Willem neemt er één uit, die hij in de bak legt die boven op de motor staat en waar het hete water in komt dat de motor gekoeld heeft. Dat zal straks wel smaken.

Als hij ’s middags weer bij de plek komt waar de boot ’s nachts altijd ligt, loopt hij even naar de boerderijen die in de buurt staan. Maar de boeren daar weten van niets en hun kinderen zijn niet thuis…

Sleurink zat ook wel eens op de wals. Eind jaren '50 werd er aan de Milligersteeg grind gestort en dat werd aangereden met een wals.

Bron(nen): 
Hannie Knol, Siem van Dijk