Verhaal: Gastvrijheid
“Je bent zeker wel blij dat die bleekneus weer weg is, of niet? Het scheelt je weer een eter!” merkt de buurman van Harm Landman op. Een beetje verontwaardigd zegt Harm: “Nee, we zijn helemaal niet blij, we missen haar gewoon. Ze is één van ons geworden!” De buurman doet er het zwijgen toe.
Toen de dominee kwam vragen of ze een kind uit het westen tijdelijk op wilden nemen in hun gezin heeft hij geen moment geaarzeld, al hebben ze het niet breed. “Wij hebben al zoveel monden, er kan er nog wel eentje bij!”
Ze gaan zelfs naar de fotograaf, Everaarts in Zwolle. Er worden familliefoto's gemaakt van het gezin Landman, maar ook een foto van de meisjes Landman met Tonia, de logee uit het westen. Alle meisjes hebben een strik in, maar de strik van Willy in onderweg kwijtgeraakt toen ze bij haar moeder achter op de fiets zat. Twee van de meisjes kregen een mooie ketting om.
Eerst de gasten
Als in de laatste Oorlogswinter de ‘trekkers’ uit het westen de polder Mastenbroek hebben weten te vinden, komen ze ook bij de familie Landman aan de deur. Jennigje heeft een pan met boerenkool klaar, het gezin zal net aan tafel gaan als er volk aan de deur is. Het zijn een paar mensen uit de omgeving van Utrecht die met een kinderwagen, waar het voedsel dat ze proberen te halen in kan worden vervoerd, uit Utrecht zijn komen lopen.
Jennigje nodigt ze binnen en zegt tegen de kinderen: ‘jullie moeten even wachten, eerst gaan deze mensen eten tot ze genoeg hebben gehad!’
Jennigje heeft een groot hart. Als er later in de buurt iemand ziek wordt en er meer zorg nodig is, haalt ze deze persoon gewoon bij haar thuis en verzorgt deze totdat deze weer beter is.