sluiten

Verhaal: Gevlucht naar de kerk

In de 18e en 19e eeuw telde de Mastenbroeker kerkelijke gemeenschap 700 tot 750 zielen. In 1747 werd de kerkenraad snel vervangen, mogelijk heerste er een epidemie. In 1832 was er een cholera epidemie.

In 1825 was de laatste grote overstroming. De bewoners van de polder brachten één tot twee etmalen op zolders en in hooibergen door. Meer dan 50 bewoners van de polder verdronken. De pastorie en het kostershuis werden eveneens zwaar getroffen.

In de kerk stond het water 1,64 meter hoog. Deze hoogte wordt tot op de dag van vandaag aangegeven op een pilaar in de kerk, aan de kant van de consistorie. Toen redden Hendrik Timmerman met zijn gezin en twee knechten zich door te vluchten in de op zijn hoge terp staande kerk en tenslotte klommen ze op een van de balken in de kerk. Zij overleefden!

Bron(nen): 
Hannie Knol, krantenartikel augustus 2000