sluiten

Verhaal: Oprichting 'jongelingsvereniging'

In de barre winter van 1890 kwam Mastenbroek achter de potkachel vandaan om de oprichting van de eerste ‘jongelingsvereniging’ van het dorp mee te maken. Aanleiding was de vraag van twee ‘jongelingen’ aan ds. Van der Werfhorst de zomer ervoor, om te preken over Prediker 12. ‘Maar wel graag in de nazomer, want anders zijn er te weinig mensen in de kerk,’ zeiden ze erbij. Ds. Van der Werfhorst preekte dat nazomer inderdaad over Prediker 12: ‘Gedenk aan uw Schepper in Uw ‘jongelingsjaren’, waarin hij tevens een warm pleidooi hield voor de oprichting van een jongelingsvereniging.
Zo werd op 7 januari 1890 in de consistoriekamer de jongelingsvereniging opgericht met als naam bovenstaand bijbelvers uit Prediker. Ds. Van de Werfhorst was voorzitter, de andere bestuursleden waren Henk Pelleboer, Henk de Groot, Jan Knol en Egbert Kok.
De negentien leden kwamen in het begin eens in de veertien dagen bij elkaar voor bijbelbespreking. Later werd dit één keer per week. Na de bijbelbespreking vermaakten ze zich met voordrachten of improvisaties. Wie de improvisaties niet aandurfde, moest tien cent in de verenigingskas storten. Naast Bijbelstudie leerden de leden ook de buitenwereld kennen via reisjes en contacten met andere jeugdverenigingen. Verder werden er acties gehouden, zodat er in 1898 bijvoorbeeld een orgel gekocht kon worden.
Eén keer in de twee jaar was er een gezamenlijk jaarfeest met de meisjesvereniging, die in 1925 opgericht werd, op een deel van een boerderij, waar toneelstukjes werden opgevoerd en voordrachten werden gehouden door de leden. Vaak was er een verloting om de kas te spekken en/of voor een goed doel.
In 1963 gingen de jongens- en meisjesvereniging van Mastenbroek samen verder onder de naam Vita Nova.

Bron(nen): 
Bron:krantenartikel Hannie Knol
Auteur: Annet Jonker
Foto’s: privé archieven Hannie Knol, A. Kroes, Willy Post