sluiten

Verhaal: Pinken naar de polder

“We moeten de stal klaarmaken, de polder komt onder water te staan,” zegt Albert Kok. Het is eind september 1944. “Waarom dan, dan komen alle weilanden onder water, dat kan toch niet,” roept Cees verschrikt. “We moeten even afwachten hoe erg het wordt, misschien valt het nog wel mee,” zegt zijn moeder een beetje aarzelend. “Ik heb gehoord dat ze de schuif bij de Kamper zeedijk openzetten, en dan valt het niet mee. Dan kunnen de koeien niet buiten blijven”. Twee dagen later is de stal klaar voor de koeien. Dat is maar goed ook, want er komt steeds meer water in het land te staan.
Maar als het voorjaar wordt kunnen de beesten niet naar buiten. De melkfabrieken hebben grond gehuurd in de polder waar de pinken terecht kunnen. De melkkoeien werden verdeeld bij andere boeren, de plaatselijke bureauhouder regelde dat andere boeren koeien overnamen. Een paar koeien gaan naar Berkum en een paar naar Kampen, voor de rest is er nog voldoende voer.
In het voorjaar is er bij sommige boeren een probleem ontstaan: doordat de polder zo vroeg onder water is gezet, kon er minder gemaaid worden, dus het voer is op. Op een goede dag komt er een schip vanaf Hasselt met hooi. De coöperatie daar heeft extra hooi gekocht om de boeren in Mastenbroek te helpen.
Als na de bevrijding door de geallieerden de polder zo snel mogelijk weer drooggemalen wordt, komen er al snel Caterpillars, voertuigen op rupsbanden die het land op rijden en inzaaien met graszaad. “Van de Marshallhulp,” hoort Cees zeggen.
De koeien en pinken worden in de herfst weer opgehaald. Cees is blij, als hij nu weer uit het raam kijkt, lopen de beesten daar weer, zoals het hoort.
Dan moet er gemaaid worden in de N-O-polder, zodat er ook weer genoeg voer is voor de komende winter. De bevrijders helpen met hun legertrucks om de vracht naar de Mastenbroeker polder te brengen. Als Cees z’n vader waarschuwt dat de man wat meer in het midden van de weg moet rijden, zegt de man dat hij gewend is links te rijden. Hij heeft niet door dat de weg zó smal is en een ogenblik later zakt de wagen met z’n vracht de Wetering in! Gelukkig zijn ze dichtbij huis. Met takels en paarden wordt alles weer uit het water gehaald.

Bron(nen): 
Cees Kok
Tekst: Annet Jonker
Foto vee: J. van Ittersum, foto NO-Polder: B. Reuvekamp