Verhaal: Voorzieningen, de post
Zo rond de eeuwwisseling van de 19e naar 20e eeuw was Egbert van Dijk een heel bekende en graag geziene verschijning in Mastenbroek. Hij bezorgde als laatste postbode in de polder de post lopend met zijn stok. Hij woonde aan de Hoogstraat 246 in Zwolle met zijn vrouw Christina van Weeghel en hun zes kinderen (zeven andere kinderen overleden).
De polder zag er toen nog totaal anders uit: naast de weteringen liepen de weggetjes, met elkaar verbonden door de nodige bruggetjes. Dat was voor de postbode weleens lastig. Vooral als de post afgeleverd moest worden bij een woning die tussen twee bruggetjes in lag.
Post aan een tak
Hij probeerde dan de aandacht van de bewoners te trekken door te fluiten of iets dergelijks. Daar kwam men snel op af, want post kreeg je niet vaak. Als de bewoners aan de overkant van de sloot stonden, bond Egbert de post vast aan een tak die hij van een boom had gesneden en zwiepte dan alles naar de overkant. Soms kwam de post in het water terecht. Dan bracht de hond van de bewoners uitkomst: hij sprong in het water en bracht de post op het droge.
Bescheiden
Het loon dat hij verdiende als postbode was acht gulden per week. Zijn functie was officieel bode 1e klasse. Hoewel er nog geen leerplicht bestond, volgde Egbert lessen in lezen en schrijven omdat hij vond dat een postbode juist dit moest kunnen.
Hij kende zijn verantwoordelijkheden en ging daarin zo ver dat hij een bevordering aanvankelijk weigerde, omdat hij zijns inziens niet aan die hoge norm zou kunnen voldoen. De bevordering ging later alsnog door, maar hij heeft kunnen voorkomen dat hij bevorderd zou worden tot Hoofdpostbode. Hij heeft hier nooit spijt van gehad.
Afscheid
Toen hij in 1920 afscheid nam, bezorgde hij de laatste ronde in de polder niet alleen de post en gooide ook niets met zijn stok over. Hij bezorgde bij alle bewoners een kaart waarop hijzelf aan de voorkant in uitrusting van de posterijen afgebeeld was. Op de achterkant had hij met potlood keurig naam en adres van de bewoner geschreven.
Eind 1944, begin 1945 is postbode Egbert van Dijk op 96 jarige leeftijd overleden. Hij ligt begraven op de begraafplaats Bergklooster in Zwolle.
'Lopende' bank
Rond 1950 bezorgde Jaap Esselink post in (een gedeelte van) de polder. Hij kwam altijd op de bromfiets. Als hij zag dat je buiten bezig was bijvoorbeeld bij de persbult, dan stopte hij even en maakte een praatje. Ook onder het koffiedrinken vertelde hij van alles en maakte ook veel grappen.
Verder was hij ‘een lopende bank’: hij nam o.a. het geld van de AOW mee, maar als er iets betaald moest worden, zorgde hij er ook voor dat het geld op de goede plaats kwam.
Natuurlijk moest hij onderweg wel eens een keer naar de wc. Dat kon overal wel, je zag dan zijn tas tegen de schuur staan en dan wist je dat Jaap ‘op het huussie zat’.
Als postbezorger heeft Gerrit Schubert ook gewerkt in de polder.