sluiten

Verhaal: Voorzieningen, veekopers en slagers

De Joden Marcus en Simon de Keizer kochten vee in de polder. In de oorlog werden ze weggevoerd en overleden. Later kwamen Goossen en Klaas Snel en Wicher Brommer om vee te kopen, weer opgevolgd door Albert Roeland en diens zoon Sander.
Ook Jan Verhoek handelde in vee, Albert Schaapman kocht vooral kalveren in de polder. Zijn kleinzoon Albert Brouwer doet het nu nog. Voerman van de coöperatie GOS kwam de polder in om vee te kopen.

Gait Veggie (Gerrit v.d. Vegte) van de kamperzeedijk kocht vooral biggen.
Voor de oorlog kochten ook de broers Van Teijn uit Zwolle vee om te verhandelen. Zij zijn in de oorlog nog ondergedoken geweest in Mastenbroek, bij de familie Van Milgen, Ze overleefden de oorlog en pakten hun beroep weer op.

Slagers
De slagers kwamen naar de boeren om vee te kopen dat ze konden slachten zodat ze vlees konden verkopen aan mensen in de stad.
Vanuit Genemuiden kwam slager Van Rees langs de Oude Wetering. Roel Fijn was ook een bekend man, hij kocht koeien voor de slager. Ook slager Aalderink uit Kampen kocht vleeskoeien aan de Oude Wetering. Hij kwam de koeien bekijken en dan werd er nog even heftig onderhandeld met de boer. Als dat klaar was nam hij het ‘nagelhout’, het gedroogde vlees van de vorige slacht en bekeek het. Dit was vlees afkomstig van huisslacht. De achter- en of voorbouten van de koe of de hammen van het varken werden in de schoorsteen, boven het fornuis in de keuken gehangen om te drogen.

Ook was er in sommige huizen op zolder een gat in de schoorsteen gemaakt waaromheen een soort kast gebouwd was waar het vlees hing. Als het klaar was werd het in de keuken aan het plafond, aan het nagelhout gehangen. Soms zat er een behoorlijk zwarte laag om het vlees heen van de rook. Dat haalde je er af en dan had je heerlijk vlees.

Bron(nen): 
Bronnen: Ab en Roelie Kok, Hannie Knol, Bernard Reuvekamp, Jan van Ittersum
Auteur: Annet Jonker
Foto's: Internet