sluiten

Kruispunt: De Boxem

Dit kruispunt, dat door de Mastenbroekers ‘de Boxem’ wordt genoemd, heet officieel ‘De Boxen’. Lag dit kruispunt, waar de Oude Wetering de Millingersteeg en de Stuurmansweg kruist, vroeger een eind buiten Zwolle, door de jaren heen is Zwolle-West behoorlijk opgerukt. In 2012 tot bijna aan dit kruispunt.

Eén grote terp
Vroeger was het hele kruispunt één grote terp waar vier huizen op stonden. Zoals in de hele polder Mastenbroek, was het ook hier nodig om huizen op terpen te bouwen vanwege overstromingen. Begin jaren dertig vorige eeuw werd de (blijkbaar uitzonderlijk) hoge brug verlaagd en daarom werden ook de wegen in de terp uitgegraven. Om verzakking van de huizen tegen te gaan werden er muurtjes langs de weg gemaakt.
Het grotere vrachtverkeer, dat halverwege de vorige eeuw flink toenam, had moeite om tussen de smalle muurtjes - ook wel de straat van Gibraltar genoemd - door te komen. En op een zaterdagavond kwam er inderdaad een grote wagen van loonbedrijf v.d. Kolk klem te zitten tussen muurtjes. Met veel getrek en gescheld kwam hij uiteindelijk weer los.

Gratis hooi
Op een dag was de vrouw des huizes op nummer 107 bezig met het wassen van de ramen, toen er een taxi stopte. Een oud vrouwtje stapte uit en vertelde dat zij hier vroeger als kind had gewoond. Ze wees op de grote linden die vlak aan de weg stonden. “Hier reden vroeger altijd de hooiwagens langs, maar omdat het hier zo smal was veegden de takken van de bomen altijd wat hooi van de wagen. Dan riep mijn vader ons en dan moesten wij dat hooi bij elkaar harken en in de schuur brengen. Zo hadden wij weer wat hooi”.

Vee drijven
De koeien en de pinken werden los over de weg naar een nieuwe weide gedaan. Bij een dam die open stond ging men gauw met een fiets staan om de koeien voorbij te laten gaan. Dan snel op de fiets tussen de koeien door naar de volgende dam.
Bij de Boxem was het altijd oppassen geblazen, er waren verschillende erven dicht bij elkaar en ook nog een kruispunt. Op een keer stond een koe van Wim Put uit Westenholte bij Mevr. v.d. Brink in de keuken.
Een pink van Klaas Hof stak zijn kop bij één van de huizen door het open raam, waarachter de boer net een visje zat te eten dat hij op de veemarkt gekocht had.
Boer Pelleboer fietste achter een koppel pinken aan die net van stal kwamen. Een pink – met nog een kluit mest aan de staart, sloeg door de spaken van de fiets. Boer Pelleboer zat daardoor niet alleen onder de mest maar sloeg ook over de kop. De spaken waren uit het wiel…

Met de varkens naar de beer
Boer Kok kwam met zijn twee varkens van Van Dam, de ‘beerboer’ richting de Boxem. Het was winter en er lag ijs. De varkens gingen het laatste stuk op het ijs lopen, maar ze zakten erdoor. De varkens zwommen of liepen verder onder het ijs door richting Van der Weerd, waar ze net aan het koffiedrinken waren. Freek Kok, de knecht uit Wilsum, sloeg een gat in het ijs en daar klauterden de varkens, met zijn hulp, weer omhoog. De varkens overleefden dit avontuur niet alleen, ze waren ook allebei drachtig en kregen een mooie toom biggen.

Stof op de weg
Een eindje verder op de Milligersteeg stond vroeger het huis van de familie Landman. Harm Landman was wegwerker en hield de grindwegen - die vreselijk stoven – bij. Als mevrouw Landman ‘s zomers het huis wilde schilderen maakte haar man eerst ’s morgens de weg nat, zodat het stof niet op de natte verf ging zitten. Vooral de man van de KI (kunstmatige inseminatie) reed erg hard volgens mevrouw Landman. Toen eind jaren zeventig de wegen geasfalteerd werden was het stuiven veel minder.

De brug
Vroeger was de brug bij De Boxem, net als in de hele polder, een hoge brug waar een schip onderdoor kon varen. Teunis van de Brink uit Zwolle bijvoorbeeld, die kunstmest naar de boeren in de polder bracht. Was in 1934 de hoge brug al vervangen door een wat lager exemplaar, in 1977 toen de ruilverkaveling werd uitgevoerd, werd de hele brug weggehaald en werd er een duiker onder de weg doorgelegd. In 2011 werd deze duiker weer weggehaald en begin 2013 wordt er een tunnel aangelegd.

De postbodes
In de winter van 1962 – 1963 lag er op een dag veel sneeuw en het waaide hard. Een postbode die in moest vallen, kwam bij de familie Kok binnen. Hij was koud en halfbevroren, bovendien wist hij de weg niet en waar de mensen woonden. Mevrouw Kok zette hem voor het warme, ouderwetse fornuis, opende de klep van de oven en zei: zet hier je voeten maar op. Maar de postbode was zo koud dat hij zijn voeten in de oven stak. Even later stond de hele keuken vol rook; de spekzolen stonden bijna in brand… Hij is weer richting Zwolle gegaan, de wegen waren onbegaanbaar!
Postbode Jaap Esselink, die de polder en zijn bewoners door en door kende, kwam ook de keuken van mevrouw Kok binnenstappen. Dat was heel gewoon, want brievenbussen waren er toen nog niet. Jaap vroeg aan mevrouw Kok of hij een brief open mocht stomen, want hij wist niet voor wie de brief was. ‘Van Ittersum, Mastenbroek’ stond er op. (Er wonen veel van Ittersums in Mastenbroek). Aan de hand van de inhoud kon hij bepalen voor welke Van Ittersum de brief was.
De postbodes hadden ook nog een andere functie: ze hielden een oogje in het zeil, bijvoorbeeld als iemand alleen woonde.
Toen de postbode de beschikking kreeg over een auto, was dat een hele verbetering. Want twee kilometer tegen de sterke polderwind in voor alleen een krant viel soms niet mee. De eerste auto’s waren Dafjes. Of de postbode deze te hard had afgesteld en niet op de handrem had gezet? Hij moest er hard achteraan lopen, de auto was al 200 meter verderop!

Bron(nen): 
Bron: Cor en Hennie Kok.
Auteur: Annet Jonker
Foto’s: Albert en Roelie Kok, Annet Jonker
Historische informatie: