Kruispunt: Kruisvliet
Hier, waar de Kerkwetering en de Oude Wetering elkaar kruisen, klopt het hart van de Mastenbroeker Polder. De kerk en school hebben hier sinds lang een plek, al stonden de oude school en de meesterswoning dichter aan de Kerkwetering. Nu staan er de voormalige hoofdmeesterswoning, de kosterswoning, het Trefpunt, de school en de kerk. Eind 18e eeuw was hier het keerpunt en dus ook een halte van de trekschuit. Aan beide kanten van de Oude Wetering richting Kampen stonden hier vroeger twee cafe’s: Kruisvliet en ’t Oortje.
Turfschipper
Voor de trekschuit was het wel handig dat de school hier stond. De bruggen waren vroeger veel hoger, zodat de bokken er onderdoor konden varen. Maar als de turfschipper geen lading had, lag hij soms net te hoog. Dan vroeg de schipper of de kinderen van de basisschool even konden komen. Die gingen op de trekschuit in het ruim staan zodat de boot wat zakte en zo onder de brug door kon varen.
De smoes
In het weitje voor Wielinks houthandel mocht het paard van de dominee weiden. Paarden waren lange tijd een belangrijke vorm van vervoer. Er stond ook een paardenschuur tussen de meesterswoning en de kosterswoning.
Het volgende verhaal doet nog steeds de ronde: Op een zondagmiddag zou er een dominee uit een andere gemeente voorgaan. De tijd waarop de dienst zou beginnen was al voorbij, maar de dominee was er nog niet. Daarom ging de gemeente psalmen zingen. Gelukkig kwam de dominee even later de kerk binnen, ging de kansel (preekstoel) op en zei: ‘mijn excuus, maar ik ben gekomen met een kreupele knol van Knol!’ (Knol was een boer uit de polder)
De big
Boer Wielink die hier in de kern van Mastenbroek woonde had een boerderij met varkens en koeien. Boer Wielink liet de varkens met de biggen af en toe buiten lopen en op een keer liep één van de biggetjes weg richting de Kerkwetering. Net kwam boer Knol van de Nieuwe Wetering daar langs, zag de big en stopte hem in de kofferbak van zijn auto om te laten zien aan vrouw. Eenmaal thuis riep hij zijn vrouw en dochter en zei: ‘ik heb een verrassing voor jullie!’ en opende de kofferbak. Die was leeg… Er zat een gat in de bodem van de kofferbak. Iemand anders vond het biggetje halverwege de rit van Kruisvliet naar de Nieuwe Wetering en bracht het beestje terug naar boer Wielink. Niemand begreep hoe zo’n klein biggetje zo’n eind weg kon lopen...