sluiten

Verhaal: Jongelingsvereniging

Bron(nen): 
Bron: Hannie Knol
Foto: uit archief fam. Knol, Annet Jonker
sluiten

Verhaal: Belevenissen uit en thuis

De jongelingsvereniging van Mastenbroek vergaderde elke week op een middag. Dan had iedereen tijd, het werk op de boerderij was dan wel zover klaar en de koeien hoefden pas weer ’s avonds gemolken te worden. Ook Harm Landman gaat naar de jongelingsvereniging. Iedereen levert geld, zodat ze één keer per jaar met elkaar uit kunnen gaan. In 1932 – 1933 gaan ze naar Schiphol. Vliegtuigen kijken natuurlijk en er kan zelfs iemand een rondvlucht maken. De jongens loten er om en Harm is de gelukkige. Maar hij durft niet en geeft het lot weg! “Het was toen natuurlijk heel anders dan nu, om te vliegen,” zeggen de dames Landman, “het was toen een hele onderneming en alles was lang niet zo goed voor elkaar als nu. Hij durfde het gewoon niet aan!”

Burenplicht
Bij Reuvekamp, de buren die een eindje verderop richting Zwolle woonden, kregen ze jaar op jaar een baby. De buren kwamen dan natuurlijk ‘kroamschudd’n’ en dan werd er om de beurt gereden. Maar Johan van Dijk en Tiem Kok wisten niet meer wie er het laatst gereden had. Tiem loste het als volgt op: “ga jij dit jaar maar, dan ga ik volgend jaar wel.”

Bron(nen): 
Willy Post - Landman
Auteur: Annet Jonnker
Foto's: Uit archief familie Landman
sluiten

Verhaal: Pastorie

Bron(nen): 
J. van Ittersum en familie Van Gerner
sluiten

Verhaal: Huwelijk in de polder

Op 3 mei 1882 trouwde mijn opa, Antonius, Franciscus Reuvekamp met Martha Kuijer. Het echtpaar vestigde zich op de boerderij Oude Wetering 3. Dit zou niet bijzonder zijn, ware het niet, dat Martha uit Soest kwam. Dat moet een hele onderneming zijn geweest voor die tijd. Wellicht was het spoor net aangelegd, maar toch rijst de vraag, hoe vond een gewone boer uit Mastenbroek een vrouw in Soest. Vakanties waren er toen nog niet, maar wel was er het uitje voor sommigen weggelegd om ter processie naar Kevelaar te gaan, een bedevaartsoord in Duitsland, niet ver over de grens en daar zullen boer Reuvekamp en Martha uit Soest wel niet altijd hun volledige aandacht bij die processie hebben gehad. En zo is het gekomen....!!!!
Uit het huwelijk kwamen 10 kinderen voort.

Bron(nen): 
Wim Reuvekamp
sluiten

Verhaal: Jongens- en meisjesvereniging

Na de geloofsopvoeding bevorderde de kerk ook de sociale contacten. In 1925 werd de hervormde meisjesvereniging ‘Maria Martha’ opgericht. Vanaf 16 jaar mochten de meisjes er lid van zijn en bij het verlaten, vaak door een huwelijk, werd een schilderij, (gemaakt door dhr. Van Milligen) van de kerk met de huwelijkstekst aangeboden.

De jongensvereniging ‘Gedenkt aan uw Schepper in de dagen uwer jongelingschap’ was in 1890 opgericht. Meestal werd elk jaar een gezamenlijk jaarfeest georganiseerd op een deel van een boerderij. In later jaren zijn de verenigingen samengevoegd als jeugdvereniging. De catechisaties en de bijeenkomsten van de jongens- en meisjesvereniging werden allemaal in de consistorie gehouden totdat in +- 1965 ‘Het Trefpunt’ werd gebouwd waar alle activiteiten nu plaatsvinden. Naast de catechisaties zijn er momenteel 12 verenigingen, kringen e.d. verbonden aan de kerkelijke gemeente van Mastenbroek/’s Heerenbroek.

Bron(nen): 
Hannie Knol
sluiten

Verhaal: De Brik

De brik (wagen voor het paard) was het vervoer, vooral op zondag naar de kerk of als je bijvoorbeeld naar Kampen wilde. De brik werd altijd erg smerig door de grindwegen, dus deze moest gewassen worden. Met een ladder, want anders kon je er niet bij. Ook met kerst werd de brik gebruikt om naar de kerk te gaan. Je kon met 6 personen in de brik. Voorin één iemand om het paard te sturen, daarachter vaak twee mannen en achterin nog vier plekken.

Bron(nen): 
Roelie Kok
sluiten

Verhaal: De kerk van Mastenbroek

In de kern van Mastenbroek staat een historisch kerkgebouw dat rond 1369 in opdracht van bisschop Jan van Arkel gesticht is en gewijd werd aan Onze Lieve Vrouwe ter Zon, toen waarschijnlijk opgetrokken van hout. De Bisschopswetering herinnert nog steeds aan deze bisschop.

Was de kerk oorspronkelijk een Rooms-Katholieke parochie, na de reformatie van Luther in 1517 begon het ook in Nederland te rommelen. In 1571 werd de kerk geplunderd door de Geuzen en in 1591werd de eerste (hervormd) gereformeerde predikant bevestigd. Het lijkt erop dat vijftig jaar later de eerste kerkenraad werd gevormd.

Plaats van de kerk
Toen de kerk gebouwd werd, werd deze door landmeters precies in het midden van de polder neergelegd, als een teken van wat het centrum behoort te zijn in het leven: de dienst aan God.
Uit een gevelsteen blijkt dat de kerk in 1408 toch al een stenen gebouw was. Deze kerk werd meerdere keren hersteld of verbouwd, o.a. na een brand in 1531 (het koor?) en in 1647 (het schip). Een opschrift bij de ingang herinnert daaraan. In 1776 vond nog een ingrijpende verbouwing plaats. Van het laatgotische eenbeukige gebouw is het koor wat smaller dan het schip.

De toren
De toren, die eerst aan de noordzijde van de kerk stond, is in 1845 door een nieuwe vervangen, waarschijnlijk omdat de bliksem ingeslagen was of omdat hij te bouwvallig geworden was. De nieuwe toren werd aan de westkant van de kerk gebouwd. Er was een ring om de toren zodat de toren als seinpost kon dienen bij hoog water. De kerkklokken en een mand aan de toren waarschuwden dan de Mastenbroeker bevolking.

De ramen
De gebrandschilderde ramen uit de 15e, 16e en 17e eeuw waren reeds circa 1845 grotendeels verdwenen. In 1888 werd een orgel gebouwd. De consistorie werd wegens bouwvalligheid in 1738 gesloopt en herbouwd. In 2010 werd deze kamer grondig gerenoveerd.

De klokken
De oorspronkelijke klokken van 1596, gegoten door Henrick Wegwaert te Kampen, werden in de Tweede Wereldoorlog door de Duitsers weggehaald om omgesmeed te worden tot munitie, maar ze werden na de oorlog ongeschonden teruggevonden. In 1982 moesten ze echter vervangen worden door nieuwe. De oorspronkelijke klokken zijn nog te bezichtigen.

Kerkdiensten in ‘s-Heerenbroek
In 1921 stemde de kerkenraad ermee in om “op gezette tijden, speciaal ten behoeve van ouden van dagen en anderen die bezwaarlijk te Mastenbroek ter kerke konden komen godsdienstoefeningen in ’s-Heerenbroek te houden.” Er was wel een trekschuit, die eigendom was van de diaconie en diende voor het vervoer van inwoners van
’s-Heerenbroek naar de kerk van Mastenbroek, maar hiervan werd onvoldoende gebruik gemaakt, zodat deze in 1922 werd verkocht. Tot 1950 reed er op zondag een tentwagen van ‘s-Heerenbroek naar de kerk in Mastenbroek met Jan Siebrand als koetsier. Het paard werd gestald in de stal achter de woning van de organist, de paarden van de boeren die zelf met paard en brik of tentwagen naar de kerk reden stonden in de paardenschuur. De pastorie werd herbouwd in 1912.

Grote restauratie
In 1981 vond de laatste grote restauratie van de kerk plaats. De muren waren in deplorabele toestand, maar de 600 jaar oude paalfundering, die al die tijd onder water heeft gestaan, was nog puntgaaf. De muren, eveneens 600 jaar oud, waren minder zorgvuldig gebouwd. Ze zijn ongeveer 50 cm dik en van binnen en buiten wel gemetseld, maar tussen het metselwerk waren de stenen ‘holder de bolder’ op hun plaats gelegd. Het houtwerk van het dak werd gedeeltelijk vernieuwd en de leien bijna helemaal.
Tijdens de restauratie werden de zondagse erediensten in gebouw ‘de Kandelaar’ in
’s-Heerenbroek en in ‘het Trefpunt’ in Mastenbroek gehouden.

Door de eeuwen heen hebben veel geslachten deze kerk bezocht en zijn veel inwoners op het kerkhof rond de kerk begraven.
Na de reformatie vanaf 1595 tot 2012 waren 44 predikanten met de Hervormde gemeente (nu PKN) van Mastenbroek verbonden.

Bron(nen): 
Hannie Knol, gedenkboekje kerk Mastenbroek 1981, oud krantenknipsel met artikel van de heer J. Kroes.
Auteur: Annet Jonker
Foto's: uit archieven fam. Bergman, Knol, V.d. Kolk
sluiten

Verhaal: Bij de Dominee

Dit is Jan Esselink uit ’s Heerenbroek. Die reed hier op zijn fiets. Het was een grappige man, een hele leuke man.
Hij ging altijd naar de pastorie om in de tuin te werken van de dominee. Aan een kant van de pastorie had je een heel stuk bouwland, te veel voor alleen de dominee.
De koster onderhield dat in die tijd. Eerst Jan Willem Hollander, de koster, daarna Warner van Spijker.
Vlak naast het huis had de dominee een heel stuk. Ook wij hadden daar een stuk bouwland en de koster zelf ook nog.

Bron(nen): 
Nelly de Jonge-Wielink, Kerkwetering 5
sluiten

Verhaal: Toen een conservatieve polder

Hoewel sommige randbewoners al enkele stedelijke allures beginnen aan te nemen, men rijdt in eigen auto, is lid van de voetbalvereniging of danst zelfs, blijft de Mastenbroeker conservatief. Hij is zuinig, leeft ingetogen en is bijna zonder uitzondering een zeer godsdienstig Protestant. De zondag wordt door hem in hooge eere gehouden. Op sommige gedeelten van dien dag is er in den polder schier geen menschelijk leven te bespeuren, uitgezonderd op die winters-Zondagen, wanneer het ijs der weteringen goed berijdbaar is. Dichte drommen menschen die weer een andere opvatting van den Zondag hebben, maken dan hun meest geliefde tocht op de schaats door den polder van Zwolle naar Kampen of omgekeerd! [...]

Hoewel Mastenbroek niet tot de vooruitstrevendste gedeelten van ons land behoort is de grond goed, zijn de lasten er niet te hoog en woont er in doorsnee welgestelde, in ieder geval een tevreden bevolking. Mijn geboortepolder, “Mastenbroek“ kan er zijn !

Bron(nen): 
J.W. Holtland, in Landbouwblad 24-8-1928, n.a.v Landbouw Tentoonstelling “Zwolland”, 1928 in Zwolle

Pagina's

Subscribe to RSS - kerk & kerkelijk leven