sluiten

Verhaal: De kerk, koster Hollander

Koster zijn was vroeger werk voor het hele gezin. Als koster kon je vrij in de kosterswoning wonen, maar je kon niet leven van het geld dat je als koster verdiende. Dus had de koster nog een baan ernaast.
Jan Willem Hollander, de vader van Dick v.d. Kolk – Hollander kwam in 1905, toen hij drie jaar oud was, met zijn ouders in Mastenbroek wonen omdat zijn vader Willem hier benoemd was als koster. Hij leerde het kosterswerk van zijn ouders. Toen zijn vader in 1926 overleed, nam hij het werk van zijn vader over.

Iedereen ingeschakeld
Dick v.d. Kolk weet nog precies hoe het vroeger bij haar thuis ging: “mijn moeder hield samen met ons als kinderen de kerk schoon. ’s Winters stopte mijn moeder op zaterdagavond de kachel vol met briketten (langwerpige kolen). Die waren dan zondagsmorgens gloeiend heet en werden zo vanuit de kachel één voor één in een van de vele stoven gelegd die al in rijen klaarstonden. De stoven stapelden wij met twee of drie op elkaar en werden door ons in de kou naar de kerk gebracht en op de goede plek gezet. Iedereen had zijn eigen stoof, tenminste als je het kon betalen. Wij als kinderen wisten precies welke stoof van wie was.”
De dames legden dan hun rok om de stoof heen zodat ze zo warm mogelijk bleven.
Haar opa en ook haar vader moesten ook de olielampen aansteken als het ‘s middags vroeg donker was. Op tweede kerstdag brandden de olielampen altijd.

Paarden
De mensen uit de polder kwamen vaak met paard en wagen naar de kerk. De paarden werden tijdens de kerkdienst gestald in de paardenschuur, die naast de kosterswoning stond. Het paard van de kerkwagen die uit ’s-Heerenbroek kwam, was een groot en moeilijk paard. Het had een apart afgeschut gedeelte in de grote schuur. Toen er teveel paarden kwamen in de grote schuur, werden ze ook gestald in de schuur achter het huis van de koster. De kinderen Hollander moesten om beurt op de paarden passen tijdens de kerkdienst en als er iets was moesten ze de eigenaar waarschuwen. “Wij mochten niet in de paardenschuur komen, dat was veel te gevaarlijk voor ons,” zegt Dick v.d. Kolk.

Warmte
Vader Hollander werkte overdag als broodbezorger van de Coöperatie van Hasselt. Hij bezorgde zes dagen per week brood aan een gedeelte van de Oude Wetering, Nieuwe Wetering en het gebied ertussenin richting Hasselt. Vaak was hij pas zaterdagsavonds laat klaar met dit werk.
Dan moest hij de kachel in de kerk aanmaken. Achter de preekstoel was een ruimte die je van buitenaf kon bereiken. Hier stond de kachel die met kolen gevuld moest worden en opgestookt. De hele nacht was hij hiermee in de weer. Dick vertelt: “op zekere zondagochtend werd mijn moeder wakker en zag dat mijn vader er niet was. Ongerust ging ze naar de kerk en vond daar mijn vader, die bedwelmd was door kolendamp. Waarschijnlijk is de deur achter hem dichtgeslagen, de wind stond er altijd op. De dokter werd snel geroepen en hij werd in warme dekens gewikkeld. Gelukkig heeft hij het gehaald!”
Als er later centrale verwarming aangelegd wordt in de kerk, komt de kachel inde kelder te staan. Deze werd gestookt met kolen. Ook tussen de middag was de koster in de weer om de kerk warm te houden voor de middagdienst. Later is deze kachel omgebouwd naar oliestook.

Als de vader van Dick in 1960 plotseling overlijdt zet haar moeder het kosterschap voort, geholpen door haar kinderen. Schoonzoon Henk werd gevraagd op zondag dienst te doen als koster totdat de nieuwe koster, A. van Dorsten, met ingang van oktober 1963 in Mastenbroek kwam.

Bron(nen): 
Bron: Henk en Dick v.d. Kolk
Auteur: Annet Jonker
Foto's:uit archief fam. v.d. Kolk
sluiten

Verhaal: De enige telefoon in Mastenbroek

Op de boerderij van de familie Meuleman, ‘Kruisvliet’, is er altijd iets te doen. Vroeger is het een soort uitspanning geweest, net als het huis van de buren. Ook vroeger stonden er twee paaltjes met een bordje er op, een met ‘Kruis’ en één met ‘Vliet’.

Buurkinderen komen er graag spelen met de kinderen Meuleman, waar ze drie meisjes en twee jongens hebben. Voor schooltijd helpen de kinderen mee met melken, vanaf dat ze een jaar of elf zijn. Het melken van de dertig koeien moet met de hand gebeuren en dat is een heel karwei. Ook ’s avonds helpen de kinderen weer mee.

Na de lagere school gaan de kinderen thuis aan het werk, er is genoeg te doen. De jongens gaan nog een paar dagen in de week naar de landbouwschool.

Ondanks het werk is er voor de kinderen ook altijd wel tijd om te spelen. Achter het huis is een kolk, die door de jaren heen dichtgegroeid is met stobben. Het is leuk om met een heel stel kinderen uit de buurt over de stobben naar de overkant van de kolk te springen. Natuurlijk moet je proberen om droge voeten te houden! Naast de kolk loopt nog een laantje naar achter, waar de familie Meuleman zondags weleens gaat wandelen. Na de ruilverkaveling is het laantje verdwenen.

Er komen vaak mensen over de vloer. Meuleman nodigt de agenten die op het kruispunt staan te posten vaak binnen voor een kopje koffie, vooral als het koud is. Ook veldwachter De Vries uit IJsselmuiden komt geregeld langs op zijn grote motor. De kinderen zijn stiekem een beetje bang voor dat grote ding dat zoveel lawaai maakt.

Burgemeester Van Engelen van IJsselmuiden komt ook af en toe aan. Hij vraagt of Meuleman niet een telefoon wil nemen, zodat Mastenbroek bereikbaar is. Dat is prima en zo wordt er telefoon aangelegd. De familie Meuleman brengt telefonische boodschappen over aan de buren.

Als er iets is met het vee of als er iemand ziek is, gaat men naar Meuleman om te bellen. En als er een kindje verwacht wordt, overleggen de aanstaande ouders dat ze bij Meuleman kunnen bellen, zelfs als het midden in de nacht is. Dan tikken ze bij Meuleman en de vrouw aan het slaapkamerraam. Die weten dan wel hoe laat het is en staan op zodat er gebeld kan worden.

Bron(nen): 
J. Pelleboer–Meuleman, die tot 1954 op Kruisvliet gewoond heeft.
sluiten

Verhaal: Van arbeider naar middenstander

De vader van Warner van den Berg, Klaas, werkt als loonwerker veel voor het Waterschap. Dat houdt in dat hij bijvoorbeeld ’s winters zout strooit en de grindwegen aanvult en ’s zomers schouw maakt. Als Warner veertien jaar is neemt zijn vader een melkrit aan voor de Zuivelfabriek Juliana van Hasselt. Hij rijdt een stuk van de Oude Wetering en een gedeelte van de Nieuwe Wetering.

Zand en mest rijden
Als Warner van school komt, hij is dan zestien, gaat hij bij zijn vader aan het werk. Die koopt er een tractor bij, waarmee o.a. zand gehaald wordt bij Piet van Rechteren in Oosterholt. Dat zand werd eerst per trekschuit vervoerd door Gerrit Jan Visscher.
Ook wordt er mest gereden met de tractor en de mestwagen, een Fristein. Hier zit een rail boven met een zestandige grijper er aan. Als je aan het touw trok waarmee de grijper bewogen kon worden, kon je zo de vaste mest van de kar op het land brengen. Een hele voortuitgang, voor die tijd werd alles met de greep gedaan. Toch is het nog steeds zwaar werk. Als het land drassig is (20 à 30 cm klei op veengrond) worden de mestwagens op planken gezet.

Sneeuwruimen
’s Winters worden vader en zoon van den Berg vaak ingezet om sneeuwduinen weg te halen. Op bepaalde plekken in de polder, bijvoorbeeld bij Snel aan de Nieuwe Wetering, draaide de wind op een bepaalde manier waardoor er bij sneeuw steeds duinen ontstonden. Om de wegen begaanbaar te houden worden ze weggeschoven.

Repareren
Natuurlijk mankeert er weleens iets aan de tractoren of de wagens en dat repareren Warner en zijn vader zoveel mogelijk zelf, in de werkplaats die om de voormalige landbouwschuur gebouwd is. Ook de boeren uit de omgeving weten hen te vinden als er bij hen iets stuk is. Maar dan komt er ineens controle. Het blijkt dat zowel Warner als zijn vader de benodigde diploma’s niet hebben om dit soort werk te doen. Dus gaat Warner een spoedcursus volgen in Den Haag en dan kunnen ze hetzelfde werk blijven doen, maar dan legaal. Warner volgt later nog meer cursussen en heeft het bedrijf van zijn vader verder uitgebreid.

Bron(nen): 
Warner en Gerrie van den Berg
Auteur: Annet Jonker
Foto's: uit archief fam. van den Berg
sluiten

Verhaal: De school, nuttige handwerken en poëziealbums

Op school werd de meisjes handwerken geleerd. Nuttige handwerken, getuige de stoplap met daarin het nette maaswerk van Hendrikje van Spijker, de moeder van Warner van den Berg. Een klein gebreid poppenjasje, een luierbroekje, een merklap en een oefenlapje met borduursteken zijn bewaard gebleven. Ze zijn gemaakt in de twintiger jaren van de 20e eeuw.

Verder waren ze ook druk met poëziealbums, getuige haar album met daarin o.a. dit versje:
Er bloeit soms aan de waterkant
In dicht verborgen riet
Een bloempje door elkeen bemind
Het heet ‘vergeet mij niet
En als Gij soms dat bloempje ziet
Aan d’ een of d’ andere vliet
Vergeet dan uw vriendinnetje niet
Die u dit versje biedt

Ter gedachtenis aan uw vriendin Harmina Maria Meuleman, 4 maart 1926

Bron(nen): 
Warner en Gerrie van den Berg
Auteur: Annet Jonker
Foto's: Annet Jonker
sluiten

Verhaal: De school, standsverschil

“Morgen mag jij mee, dan ga ik vissen!” Blij kijkt Warner van den Berg zijn vader aan. “Echt?? Maar vindt de meester dat dan wel goed?” “Vraag de meester maar, het zal wel goed zijn, je zit toch als enige in de klas op het moment, of niet?” Warner knikt. De andere kinderen moeten allemaal thuis meehelpen met het hooien, hij is de enige niet-boerenzoon in de klas.

Controle
Maar meester vindt het niet goed. ‘Je mag niet zomaar van school wegblijven, je hoort morgen gewoon te komen!’
Een beetje sip loopt Warner ’s middags naar huis. Nu gaat het niet door. Wat vreselijk jammer, hij had zo’n zin om te vissen! ’
“Jongen, jij gaat morgen gewoon mee vissen, of de meester het nou goed vindt of niet”, zegt zijn vader ’s avonds aan tafel als Warner vertelt dat meester geen toestemming geeft. Warner is blij, maar ook een beetje bang. Ze wonen immers naast school, meester ziet hem morgenvroeg vast weggaan. Hij besluit om dan maar heel hard te fietsen en net te doen of hij niets hoort.
En ja hoor, als Warner weg wil fietsen om te gaan vissen, ziet hij de meester al staan. De meester staat echt te kijken en zodra hij merkt dat Warner wegfietst, begint hij te fluiten. Dat is het teken dat hij bij meester moet komen, maar dat doet hij niet.

Aangifte ingetrokken
De volgende dag gaat Warner met angst en beven naar school. Wat zal de meester zeggen? “Je hebt onrechtmatig verzuimd van school, dit muisje krijgt nog wel een staartje!”
Niet veel later komt er bericht dat zijn vader voor het gerecht moet komen. Tijdens de hoorzitting geeft Warners’ vader uitleg en zegt: “als dit doorgezet wordt dan doe ik ook een boekje open over wat zich verder afspeelt op school!”
De aangifte wordt nietig verklaard.
Wat gebeurde er namelijk? Als het regende, kwamen de boerenkinderen die hooiverlof hadden ook niet op school, terwijl ze niet op het land konden werken. Verder kwamen er af en toe onder schooltijd ouders langs om hun kinderen mee te nemen naar de winkel om nieuwe kleren te kopen. “Maar dat waren rijke boeren en daar durfde de meester geen stappen tegen te ondernemen!” zegt Warner.

Bron(nen): 
Warner en Gerrie van den Berg
Auteur: Annet Jonker
sluiten

Verhaal: Voorzieningen: de Landbouwschuur

In het weidegebied van Mastenbroek waren meerdere veevoerleveranciers actief maar in de kern van Mastenbroek, aan de Oude Wetering, heeft vanaf ongeveer 1937 tot 1964 een groene houten opslagloods gestaan van de Coöperatieve Landbouw- en handelsvereniging Hasselt en omstreken. De afmeting was ongeveer 4.25 meter bij 10 meter. De loods stond op betonpalen en het laad- en los bordes was eveneens van beton.

Beheerders
De loods had schuifdeuren en stond op erfpachtgrond van de Nederlands Hervormde Kerk te Mastenbroek. De erfpachtkosten bedroegen in 1954 vijftien gulden per jaar. Warner en Marie van Spijker beheerden de voorraden in de loods.
In de loods waren er twee afdelingen, één voor de opslag van stro voor de kalveren en turfstrooisel voor de paarden en de andere voor de opslag van o.a. kunstmest, veekoeken, kippenvoer en varkensmeel. Reden voor de bouw van de loods was het ruimtegebrek in Hasselt en tijdsbesparing voor de veehouders in Mastenbroek die voor een kleinigheid bij de loods terecht konden. Omdat Warner bij het Waterschap werkte werd er bij Marie aangeklopt. “Marie, hi’je nog een zakkie…” Marie hield bij wat er in- en uitging.

Spelen
Officieel mochten de kinderen er niet spelen, maar natuurlijk deden ze dat wel. Toen Warner ongeveer vijf jaar oud was, speelden de grote jongens, die al op school zaten, vaak bij de loods. Ze deden dan wie het langst op het laadperron kon blijven staan door elkaar er af te duwen. Peter Kok viel een keer van het laadperron naar beneden en kwam niet goed terecht. Terug op school ging hij met zijn hoofd op de bank liggen. Toen meester vroeg wat er was, zei hij: “Ik heb zo’n hoofdpijn!” “Wat is er dan gebeurd”, wilde meester weten. “Ik ben van het laadperron afgevallen”, was het antwoord. “Nu is het afgelopen”, zei meester streng en vanaf toen mochten de kinderen in de pauze niet meer bij de landbouwschuur spelen. Peter Kok had een hersenschudding.
Onder het laadbordes lag officieel niets, maar in de praktijk kwam daar het afgekeurde spul terecht: een kapot baaltje stro, een zak kunstmest met een scheurtje en zo meer.

Landbouwmechanisatiebedrijf
Begin jaren ’60 kocht de vader van Warner de schuur. Omdat toen het gemotoriseerde transport op gang kwam, verviel de functie van de loods zodat hij leeg kwam te staan. Toen Warner en Gerrie in 1966 trouwden heeft de loods nog gediend als opslag voor hun meubels toen ze een bungalow aan het bouwen waren naast de loods. Een paar jaar later laten Warner en zijn vader een grotere schuur zetten, waarin de opslagloods geïntegreerd wordt. In de kelder staat dan nog de voorraad van Van den Berg. Nu, twee verbouwingen verder, staat er de grote bedrijfsruimte van Landbouwmechanisatie bedrijf Van den Berg met als eigenaar de zoon van Warner en Gerrie. Warner zelf werkt nog volop mee anno 2013.

Bron(nen): 
Warner en Gerrie van den Berg, Hannie en Berend Jan Knol
Auteur: Annet Jonker
Foto: archief fam. van den Berg
sluiten

Verhaal: Meisjesvereniging in 1938

Bron(nen): 
Bron: Hannie Knol
Foto: archief familie Knol, Annet Jonker
sluiten

Verhaal: Jongelingsvereniging

Bron(nen): 
Bron: Hannie Knol
Foto: uit archief fam. Knol, Annet Jonker
sluiten

Verhaal: De school, voor het eerst naar de Christelijke school in Mastenbroek

Op 18 januari 1983 meldt het Kamper Nieuwsblad dat de Christelijke School in Mastenbroek haar 60-jarig jubileum viert. ‘Eerste klas van 60 jaar geleden voert revue op’ kopt de krant.

Eerste klas
Als Willem Pelleboer op 1 april 1923 voor het eerst naar school gaat, is hij wel een beetje zenuwachtig. Hoe zal het zijn op school? Hij komt in de eerste klas terecht met Hendrikje Wielink, Jennigje Meuleman, Julia Meuleman, Johanna van de Weerd, Hendrikje Kamphof en Gerrit Kroes. Deze kinderen doorlopen samen de lagere school en waaieren daarna alle kanten op.

Reünie
Als Willem op een goede dag te binnen schiet dat het precies vijftig jaar geleden is dat hij van school af kwam, organiseert hij een reünie. Hij weet de andere zes te vinden en ze komen bij elkaar in hotel Waanders in Staphorst. De meesten hebben elkaar in geen jaren gezien. Natuurlijk worden er oude herinneringen opgehaald, over de eerste juffrouw Ravenhorst en haar man, meester Ravenhorst. Over het kattenkwaad dat ze uitgehaald hebben. Hoe Willem probeerde te ontsnappen door door het wc-raampje naar buiten te klimmen, maar vast kwam te zitten… Hoe hij een keer een ‘onwelvoeglijk’ geluidje maakte in de klas en hij voor straf ‘een wetering op en neer moest lopen om uit te waaien’.

Deze en nog veel meer dingen heeft Willem Pelleboer beschreven in een revue, die de zeven klasgenoten ter gelegenheid van het 60-jarig bestaan van de school opgevoerd hebben. Dit jubileum werd op 18 februari 1983 gevierd in de sportzaal van Hasselt.

Bron(nen): 
Bron: Hannie Knol, krantenknipsel Kamper Nieuwsblad
Auteur: Annet Jonker
Foto: Hannie Knol, Kamper Nieuwsblad, Annet Jonker
sluiten

Verhaal: Brandweerspuit

De oude brandweerspuit. Dit is dezelfde brandweerspuit die in de kerktoren stond.

Bron(nen): 
Hannie Knol

Pagina's

Subscribe to RSS - voorzieningen