sluiten

Verhaal: De familie Haverink in de oorlog

De familie Haverink woonde op de boerderij aan de Hasselterdijk 58. Het gezin bestond uit broer en zus Haverink, broer Wilhelmus Johannes Haverink en zus Cornelia Johanna. Op de boerderij werden ongeveer zeventien koeien gehouden. Daarvoor hadden ze een knecht in dienst, de 33-jarige F.J.E. Kroes, geboren in Raalte.

Bij de explosie raakten Haverink (61 jaar) en zijn knecht zwaargewond. Dezelfde dag zijn ze overleden in het R.K.-ziekenhuis in Zwolle. Ook zus Cornelia was gewond in dat ziekenhuis opgenomen. De boerderij en de opstallen waren totaal vernield. De verzorging van het vee werd eerst gedaan door buren. Na de verpleging in het ziekenhuis vond Cornelia onderdak bij haar broer aan de Katersteeg in Zwolle.

Om de boerderij voort te kunnen zetten, zocht ze na verloop van tijd hulp binnen de familie, die bij haar introk aan de Hasselterdijk, eerst in de noodwoning. De boerderij was in 1952 weer opgebouwd.

Bron(nen): 
Berendje van de Pol-Neijmeijer, Marrigje Postma-Neijmeijer, Henk Moorman en Marrigje Moorman-Jongman.
‘En nooit was het stil’, kroniek van een luchtoorlog van Gerrit J. Zwanenburg
HCO Toegang 702, inventaris nr. 4465. ‘Hulpverlening slachtoffers explosie munitieschip 28 april 1943’
sluiten

Verhaal: De ramp met het kruitschip

In de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog in onze regio neemt het gebeuren rond het kruitschip in het Zwartewater een bijzondere plaats in.
De Duitsers hadden schepen gevorderd voor de opslag van munitie. Deze schepen waren afgemeerd in het Zwartewater achter de boerderijen van Haverink, Jongman en Neijmeijer aan de Hasselterdijk, onder de rook van Zwolle.
Op de morgen van 28 april 1943 kwamer twee geallieerde vliegtuigen vanaf richting de Vecht. Ze namen de schepen onder vuur en op de voltreffer op een dezer schepen volgde een geweldige explosie, waarbij een van de vliegtuigen in de lucht explodeerde; de piloot kwam daarbij om.
In een straal van minstens 10 km ontstond er door de explosie een grote ravage en waren er ruiten gesprongen. Veel oude huizen vertonen de sporen er nu nog van en hebben scheuren in de meuren door de enorme drukgolf waarmee de explosie gepaard ging.
Ontelbaar zijn de herinneringen van anekdotes. Bijna elke familie had een herinnering aan schade en soms wonderlijke verhalen over wat er goedging met de mens en voorwerpen.
Om meer te weten te komen over dit gebeuren is er eerst gezocht in de Provinciale Overijsselsche Courant van rond april 1943. Bijzonder was het te ervaren dat daarin met geen woord gerept werd over het gebeuren rond het kruitschip, terwijl er drie dodelijke slachtoffers waren en meer dan 20 gewonden, waarvan de zwaargewonden in het ziekenhuis werden opgenomen.
En in de stad Zwolle was geen ruit meer heel. Van de gezinnen waarin gewonden en slachtoffers vielen zijn er gelukkig nu (2010) nog getuigen die hun verhaal willen doen.

Bron(nen): 
Door Minie Buit Zielman
Berendje van de Pol-Neijmeijer, Marrigje Postma-Neijmeijer, Henk Moorman en Marrigje Moorman-Jongman
‘En nooit was het stil’, kroniek van een luchtoorlog van Gerrit J. Zwanenburg
HCO Toegang 702, inventaris nr. 4465. ‘Hulpverlening slachtoffers explosie munitieschip 28 april 1943’

Pagina's

Subscribe to RSS - oorlogsperiode